- relatief
- {{relatief}}{{/term}}1 〈bijvoeglijk naamwoord〉 relatif 〈v.: relative〉; 〈bijwoord〉 relativement♦voorbeelden:1 dat heeft slechts relatieve waarde • cela n'a qu'une valeur toute relativerelatief gezien • toutes proportions gardéesrelatief hebben zij het nog goed gedaan • 〈vergeleken met anderen〉 par rapport aux autres ils ont bien réussi; 〈gezien de moeilijkheid〉 compte tenu des difficultés, ils ont bien réussi
Deens-Russisch woordenboek. 2015.